Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 5: Somatosensorische waarneming (huid en gevoel)

De hond heeft een heleboel receptoren in de huid en in het lichaam die in staan voor de somatosensorische informatie. Er zijn verschillende soorten receptoren voor het waarnemen van druk, trillingen, warmte en koude, chemische stoffen en allerlei andere schadelijke stoffen. Daarnaast zijn er interne receptoren gevoelig voor de locatie van gewrichten, spierstrekking en peesspanning die kinetische informatie geven over de relatieve locatie, richting en actie van het lichaam. Deze receptoren samen geven op elk moment zeer veel informatie over de omgeving en lichaam van de hond en zijn oriëntatie in die omgeving. De meeste somatosensorische zintuigen zijn bij de geboorte reeds operationeel.

Er zijn zeer veel individuele verschillen waardoor sommige honden veel meer gevoelig zijn voor aanrakingen dan anderen. De drempelwaarde wordt daarnaast beïnvloed door de emotionele toestand van de hond, zijn fysieke toestand en vroegere leerervaringen. Angstige en hyperalerte honden zullen veel sneller reageren op deze prikkels dan zelfzekere en ontspannen honden. Angstige honden zullen daarbij sneller emotioneel reageren als ze geprikkeld worden. Ook zieke en onderkomen honden kunnen anders reageren, zo zal een hond met hypothyroidie (slecht werkende schildklier) geneigd zijn om warmte op te zoeken en koude plaatsen te vermijden. Somatosensorische waarneming wordt sterk beïnvloed door leerervaringen via habituatie en sensitisatie. Ook de mate van socialisatie heeft een invloed. Goed gesocialiseerde honden zullen knuffels en aaien (op een vriendelijke manier) gemakkelijker aanvaarden dan slecht gesocialiseerde honden.

De huid bevat vijf soorten somatosensorische receptoren: nociceptoren (waarnemen van schadelijke prikkels of pijn), proprioceptoren (waarnemen van beweging en positie van het lichaam), thermoreceptoren (waarnemen van warmte en koude), chemoreceptoren (waarnemen van chemische prikkels) en mechanoreceptoren (waarnemen van fysische veranderingen, uitrekking, draaiing en druk).

Afbeelding: receptoren in de huid

Mechanoreceptoren

De mechanoreceptoren zijn de talrijkst aanwezige receptoren in de huid. Aan de basis van elke haarfollikel zijn drukgevoelige receptoren aanwezig die bij elke beweging geactiveerd worden. Zeer belangrijk zijn deze aan de tastharen op het gezicht. Deze geven de hond informatie over voorwerpen in zijn omgeving, coördineren de beweging van snuit en mond ten opzichte van objecten en zorgen voor de bescherming van de ogen.

In de bovenste laag van de huid, de epidermis, liggen de Merkel-receptoren. Bij mensen vormen zij de lichaampjes van Meissner, die lichte aanraking en trillingen met lage frequentie (50 Hz) waarnemen. In de dermis of lederheid liggen de lichaampjes van Vater Pacini die pas geprikkeld worden bij een hardere aanraking en trillingen.

Nociceptoren

Nociceptoren zijn vrije zenuwuiteinden die reageren op schadelijke stimuli die schade (kunnen) veroorzaken aan het lichaam. Zij zijn verantwoordelijk voor het pijngevoel. Er zijn vier typen nociceptoren: mechanische (reageren op sterke druk), thermische (reageren op extreme hitte of koude), chemische (reageren op chemische prikkels, zoals peper en ammoniak) en polymodale (combineren sensitiviteit met de vorige drie).

Proprioceptoren

Proprioceptoren zijn belangrijk voor vlotte bewegingen. Ze geven informatie over de beweging en positie van het lichaam ten opzichte van de omgeving.

Auteur: dierenarts-gedragsdeskundige Ilse Rediers © 2011. Dit artikel werd voorgesteld op het symposium “Een Beet-je Gedrag, … Inleiding in de Kynethologie” door KMSH op 22/10/2011.

Zie ook: Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 1: Inleiding

Zie ook: Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 2: Visuele waarneming (ogen en zicht)

Zie ook: Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 3: Auditieve waarneming (oren, gehoor en evenwicht)

Zie ook: Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 4: Olfactorische waarneming (neus en geur)

Zie ook: Zintuiglijke waarneming bij de hond deel 6 (slot): Gustatieve waarneming (tong en smaak) en besluit

REFERENTIE

Lindsey, S.R. (2000). Handbook of Applied Dog Behavior and Training. Volume I: Adaptation and Learning, Chapter 4, Sensory Abilities, 127-165, Blackwell Publishing, Ames.